Na de twee lange ritten van de afgelopen dagen kiezen we vandaag een bestemming in de buurt. We gaan op bezoek bij Batu Cermin, een grot slechts een kwartiertje met de scooter. Bij aankomst krijgen we een persoonlijke gids aangewezen (normaal ga je met een groep maar het is erg rustig) en worden we uitgerust met zaklampen en helmen. De grot is goed begaanbaar al moet je je soms door kleine openingen wringen. Binnen zien we tussen de stalagmieten en stalactieten vele vleermuizen vlak boven ons hoofd hangen die er snel vandoor gaan wanneer het licht van de lampen ze teveel wordt. In de grot bevindt zich een versteend koraalrif (de grot heeft lang geleden in zee gelegen) dat er nog heel herkenbaar uit ziet. Batu Cermin betekent spiegelsteen en de grot dankt zijn naam aan fosfor op de muren wat het zonlicht weerkaatst (al zien we daar op deze zonnige dag vrij weinig van). ’s Avonds weet ik Nadeche eindelijk te overtuigen om samen durian te proberen. De stinkende vrucht is zo stekelig dat je hem haast niet vast kan houden dus er is wat doorzettingsvermogen nodig om bij het vruchtvlees te komen. Het was de moeite niet waard, de smaak is bedorven zoet en simpelweg ranzig. De rest van de avond kleeft de penetrante lucht aan mijn vingers.